Wanneer je gaat fietsen met een temperatuur van zo’n 5 oC boven nul is het toch mogelijk dat je na een halfuurtje last kunt krijgen van enigszins bevroren voeten. Dit komt omdat de gevoelstemperatuur lager is. Bij een fietssnelheid van 25 km/u en een temperatuur van 5 oC is de gevoelstemperatuur -1 oC. De berekening die hier wordt toegepast gaat er vanuit de dat er een matige wind waait.
Als je stil staat is de gevoelstemperatuur afhankelijk van de windsnelheid. Bij windkracht 5 met een temperatuur van rond het vriespunt kan het behoorlijk koud zijn: zo'n -10oC.
Windkracht | Benaming | Kenmerken |
0 | Windstil | Rook stijgt (recht) omhoog. |
1 | Zwakke wind | Rookpluimen geven richting aan. |
2 | Zwakke wind | Bladeren ritselen. |
3 | Matige wind | Bladeren en twijgen voortdurend in beweging. |
4 | Matige wind | Stof en papier dwarrelen op. |
5 | Vrij krachtige wind | Takken maken zwaaiende bewegingen. |
6 | Krachtige wind | Grote takken bewegen. |
7 | Harde wind | Bomen bewegen. |
8 | Stormachtige wind | Twijgen breken af. |
9 | Storm | Takken breken af. Dakpannen waaien weg. |
10 | Zware storm | Bomen worden ontworteld. |
11 | Zeer zware storm | Uitgebreide schade aan bossen en gebouwen. |
12 | Orkaan | Niets blijft meer overeind. |