Souplessetraining
Fietsen op souplesse is fietsen met een hoge tot zeer hoge
trapfrequentie. Fouten in je traptechniek worden zo sneller opgemerkt
en daar ga je aan werken: bewust en onbewust (bijvoorbeeld: je
probeert minder te bewegen op je zadel). Bij fietsen met een hogere
frequentie worden je hersenen beter geprikkeld. Het resultaat is dat
de traptechniek beter ingeprogrammeerd wordt. Ook bij lage
trapfrequentie ga je de trapbeweging automatisch beter uitvoeren. Door
souplessetraining worden vanzelfsprekend ook je spieren en pezen
aangepast aan je nieuwe traptechniek.
-
Verhoog je trapfrequentie iedere 1 - 3
minuten met 5 rpm (maximaal 120 rpm). Fiets tussen de series 1 -2
minuten met een normale cadans.
-
Piramidetraining: begin met een lage
trapfrequentie, ga geleidelijk (om de 1 - 3 minuten) naar een hoge, ga
daarna weer geleidelijk terug naar een de lage.
-
Er is veel variatie mogelijk: de eerste
training stukken met 110 rpm, de volgende: 115 rpm, daarna 120 rpm.
Duur en aantal series kan je ook goed variëren.
-
Bovengenoemde voorbeelden kan je ook
invullen met verschillende verzetten.
-
Probeer regelmatig enkele minuutjes te
fietsen met een zeer hoge trapfrequentie (tussen de 120 en 150 RPM).
-
Ook tijdens lange duurtrainingen kan je
prima regelmatig stukken fietsen met hoge trapfrequentie.
-
Fietsen met een grote souplesse is fietsen
met 100 omwentelingen per minuut en hoger.
-
Voor meer informatie: Traptechniek.