Controle beurten

Door regelmatig je fiets een kleine controle beurt te geven zal deze soepel blijven rijden, de slijtage is minder en je fiets blijft er goed uitzien. Bovendien is het stuk veiliger fietsen.

Controleer geregeld de toestand van de fietsketting en cassette.

Wielen

• Buitenbanden
  Controleer regelmatig de Buitenbanden op scheurtjes en zwakke plekken. Haal eventueel steentjes en stukjes glas uit de band. De maximale Bandenspanning staat aangeven op de zijkant van de buitenband. Hoe harder de band is opgepompt hoe lager de rolweerstand, maar een te hard opgepompte band geeft minder fietsplezier. Bij te slappe banden is de kans op lekrijden een stuk groter en de slijtage neemt toe. Voor Tips om lekrijden zo veel mogelijk tegen te gaan.
• Velgen
  Loop de zijkant van de velgen regelmatig na. Verwijder olie, vet, zand en stof voor een betere remwerking. Door zand te verwijderen verleng je bovendien de levensduur van de remblokjes en velg.
• Spaken
  Controleer regelmatig het wiel op losse spaken. Vooral bij nieuwe Fietswielen moet je de spaakspanning de eerste maanden geregeld nalopen. Loszittende spaken zorgen voor een slag in het wiel.
• Naven
  Controleer of er geen spelling in de naven zit. Draai de naven niet te vast aan, omdat het de rolweerstand verhoogt. Te los is ook niet goed, omdat dan de slijtage groter is en er kan vuil in de naven komen.
• Snelspanners
  Ga na of de snelspanners goed vastzitten.

Balhoofd

• Controleer regelmatig of er geen speling in het balhoofd zit. Dit doe je door naast je fiets te gaan staan en de voorrem in te knijpen en je fiets langzaam naar achter en voren te bewegen. Het balhoofd moet spelingvrij zijn.

Kabels

• Een fiets bevat de volgende kabels: remkabel en derailleurkabel.
• Controleer als de buitenkabels op slijtage. Door beschadigingen kan er vocht binnendringen en roestvorming is dan niet ondenkbaar.
• Controleer of de binnenkabel nog goed en gemakkelijk door de buitenkabel kan bewegen. Wanneer dat niet het geval is had je dat waarschijnlijk ook wel ontdekt tijdens het fietsen. Vervang roestige en versleten kabels. Ook binnenkabels met een knikje en rafelige einden kan je het beste vervangen.
• Voor meer info: Kabel onderhoud.

Remmen

• Controleer regelmatig de draaipunten, de veren en remkabels of deze nog voldoende gesmeerd zijn.
• Voor meer info: Remmen afstellen.
• En: Kabel onderhoud.

Derailleur

• Controleer regelmatig de scharnierpunten of deze nog voldoende gesmeerd zijn.
• Voor meer info: Derailleur afstellen.

Fietsketting en cassette

• Controleer geregeld de toestand van de fietsketting en cassette. Vervang de ketting op tijd, omdat het anders ten koste gaat van de veel duurdere cassette en kettingbladen (voorbladen).
• Voor meer info: Fietsketting en cassette onderhoud.

Bouten en moeren

• Ga na of alle bouten en moeren nog vastzitten. Vervang roestige exemplaren. Gebruik vaseline om roestvorming tegen te gaan. Gebruik eventueel roestvrijstalen bouten en moeren.

Schoenplaatjes

• Controleer en vervang eventueel de schoenplaatjes.

Pedalen

• Ga regelmatig na of de veren en scharnierpunten van de pedalen voldoende gesmeerd zijn.

Fietsverlichting

• De verlichting (op de fiets of batterijverlichting) wordt natuurlijk ook niet vergeten.

Fietsschoonmaken

• Maak als het nodig is je fiets schoon. Je kunt dan ook beter onderhoud verrichten. Bovendien kom je tijdens het schoonmaken mogelijk gebreken tegen.
• Voor meer info: Fiets schoonmaken.